U bent hier:
Home
>
Uitgebreide informatie Dwergkees
> Geschiedenis van de Dwergkees
Geschiedenis van de
Dwergkeeshond
De Dwergkeeshond is een populaire, kleine gezelschapshond met een vaste
aanhang onder de hondenliefhebbers. Dat is te danken aan de aantrekkelijke
combinatie van zijn fraaie uiterlijk en zijn aanhankelijke, maar zelfverzekerde
aard.
Eeuwenlang heeft de mens overal op de wereld belangstelling gehad voor kleine
honden. In China bijvoorbeeld waar onder andere de voorouders van de huidige
Pekingees werden gefokt. Of in Engeland, waar tijdens de heerschappij van
Elizabeth I, Boxers werden gefokt die zo klein waren, dat ze gemakkelijk in de
zak van een jas konden worden vervoerd. Die liefde voor kleine honden is ook nu
nog niet getemperd. Integendeel zelfs, er bestaat een grote verscheidenheid aan
kleine rassen, waaronder de Dwergkeeshond een opvallende plaats inneemt.

Het Dwergkeesje werd in de 19e eeuw gefokt uit de grotere variëteiten van de
Keeshond. Deze, van de zogenaamde `turfhond afstammende hond behoort tot de
rasgroep van de Keesachtigen en Poolhonden, en is zelf een oorspronkelijk type.
De turfhond was een keesachtige uit het stenen tijdperk, die leefde in de
moerasachtige en merengebieden in Midden-Europa en rond de Oostzee.
De tegenwoordige Keeshond wordt in de kynologie officieel als een Duits ras
beschouwd. Zijn officiële rasnaam is in Duitsland Deutscher Spitz, maar in
Nederland, België en een aantal andere landen wordt hij officieel Keeshond
genoemd. Overigens heeft men in Nederland geprobeerd om ook een Keeshond erkend
te krijgen, wat echter niet is gelukt. De naam 'Keeshond' stamt uit de 18e eeuw,
toen de Nederlandse prinsgezinde en patriotten het met elkaar aan de stok
hadden. De leider van de patriotten was ene Cornelis (Kees) de Ghijselaer, en
die bezat een Keeshond. Door de eeuwen heen was de Keeshond vooral in Nederland
en Duitsland erg geliefd.

Dwergkeeshonden heten in sommige landen 'Pomeranians', omdat ze afkomstig
zijn uit het nu Oostduitse Pommern. Ze werden door koningin Charlotte, de vrouw
van George in 1761 naar Engeland meegenomen. In 1767 gaf de koningin twee van
deze viervoeters cadeau aan Lord Harcourt, vergezeld van het volgende berichtje:
'Toen ik u laatst in Windsor sprak, zei u mijn honden uit Pommern erg aardig te
vinden. Ik heb naar Duitsland geschreven en kreeg vanmorgen twee paartjes,
waarvan ik er twee aan u schenk. Ze zijn werkelijk erg mooi voor het ras en ze
heten Mercury en Phebe. Mag ik u aanraden ze niet op straat los te laten, want
ze zijn zuiver van ras en dat kan erg verleidelijk zijn voor hondendieven. Ik
hoop dat u veel plezier van ze hebt, waar wel kans op is, want ze zijn jong en kunnen erg gemakkelijk
kunstjes leren.' De Pomeranians van de koningin waren veel groter en zwaarder
dan de huidige Dwergkeeshond. Hun vacht was meestal wit of créme.

Dwergkeeshonden werden in Engeland pas echt populair door de kleindochter van
koningin Charlotte, koningin Victoria, die gedurende haar leven heel veel honden
van verschillende rassen heeft gehad. Vreemd genoeg nam zij haar eerste 'Porn'
mee uit Italië, waar zij in 1888 onder andere Florence bezocht. Deze hond was
nog van het middenslag. Aangezien koningin Victoria erg geliefd was bij haar
onderdanen, was veel van wat zij deed toonaangevend. Het kon dan ook niet
uitblijven of de Pom werd in Groot-Brittannië echt populair. In 1891 werd de
Pomeranian Club of Engeland opgericht en werden de raspunten opgesteld. Het
gewicht van de hond was daarbij een punt van discussie. De neiging bestond om
steeds lichtere honden te fokken, die op tentoonstellingen ook steevast de
eerste prijzen wegsleepten. Uiteindelijk is uit deze honden de tegenwoordige
Dwergkees gefokt. De huidige standaard schrijft een schouderhoogte tot 22 cm
voor. Elke maat daaronder wordt toegestaan, maar het totale beeld van de hond en
zijn gezondheid mogen er niet negatief door worden beïnvloed.

Het eerste in Nederland geboren Dwergkeesje, een zwart exemplaar, werd door
K.S. Schutte in 1902 tentoongesteld. Drie jaar lang bleef hij de enige fokker,
tot in 1905 op de Nimrodtentoonstelling in Dordrecht Momo verscheen, van de
heren Meddens en Dolk. Het jaar daarop brachten ze Medo Muis uit, gefokt uit de
eerder genoemde Momo en Cobham Dignity.
bron: mijn hond, mijn vriend
|